folie, zoals dat in dit artikel wordt bedoeld, refereert aan flexibel plastic verpakkingsmateriaal. Formeel wordt een verpakkingsmateriaal als flexibel beschouwd wanneer het een dikte van maximaal 250 micron heeft. De keuze voor het materiaal hangt vooral af van de toepassing, de specifieke wensen van de klant en soms ook de productiemogelijkheden van de producent. Jarenlang zijn de verpakkingen verder geoptimaliseerd, waardoor er inmiddels oneindig veel varianten zijn. Die variatie maakt recycling op zich al een uitdaging en wij snappen dat er onder onze klanten onzekerheid ontstaat rondom de vraag of het materiaal dat zij als verpakking inzetten al dan niet recyclebaar is.
In theorie kunnen bijna alle soorten plastic afzonderlijk gerecycled worden. Toch proberen we een onderscheid te maken tussen grofweg 2 soorten:
- folies die technisch matig tot goed mechanisch recyclebaar zijn en;
- folies die technisch zeer beperkt of niet mechanisch recyclebaar zijn.
(Lees hier alles over Mechanische recycling).
De recyclebaarheid van het materiaal zelf is echter niet de enige voorwaarde die bepaalt of een folie uiteindelijk gerecycled zal worden. Er zijn namelijk nog een aantal andere factoren die recycling alsnog kunnen bemoeilijken. Denk daarbij aan vervuilingsgraad, afmeting van het materiaal, type en mate van bedrukking, aanwezigheid van additieven (inkleuring, calcium, vlamvertrager, etc.), aanwezigheid van stickers, tape en etiketten, etc. Een laatste belangrijke voorwaarde is dat de recycling-infrastructuur op het specifieke materiaal moet zijn ingericht. Wordt het uiteindelijk niet gescheiden uit een grotere mix van materialen, omdat de juiste technologie niet aanwezig is, het recyclingproces te duur of ingewikkeld is, of dat er gewoonweg geen afzetmarkt voor bestaat, dan is de kans groot dat het alsnog wordt verbrand of gestort.
folies die matig tot goed mechanisch recyclebaar zijn
Dat zijn vooral folies met een simpele opbouw (de mono-materialen) en dan met name de folies die gemaakt zijn van kunststoffen die tot de polyolefinen groep behoren, zoals Polyetheen in verschillende dichtheden (LLDPE, LDPE, MDPE en HDPE) en Polypropeen (al is PP iets minder optimaal recyclebaar dan PE).
folies die zeer beperkt tot niet mechanisch recyclebaar zijn
Mono-materialen bestaande uit andersoortige kunststoffen zoals PET, PS, PVC of PA worden momenteel nog niet heel succesvol gerecycled. Datzelfde geldt voor meerlaagse verpakkingen bestaande uit verschillende materialen die bijvoorbeeld aan elkaar zijn gelamineerd, of waarbij materiaal is opgedampt (zogenaamde multimaterialen). Denk bijvoorbeeld aan chipszakken die vaak bestaan uit PP met aluminium, of afbakbroodjes die zijn verpakt in een combinatie van flexibele tray met afdekfolie waarbij de materialen PET, PE, PVdC, PA en EVOH allemaal samen in die ene verpakking worden gebruikt. Omdat de verpakking niet uit zuiver 1 type materiaal bestaat is het voor sorteerapparatuur (of voor sorteermedewerkers) in de eerste plaats al lastig om de verpakkingen goed te scheiden. Vervolgens zouden de gebruikte materialen in de verpakking fysiek van elkaar gescheiden moeten worden. De materialen mengen/versmelten immers niet goed met elkaar, waardoor het recyclaat van slechte kwaliteit zal zijn. Het van elkaar scheiden van materialen die aan elkaar zijn gehecht is echter te ingewikkeld en/of economisch niet rendabel.
Uiteraard kunnen technologische ontwikkelingen er op termijn voor zorgen dat meer materiaalsoorten beter gerecycled kunnen worden. Indien je toch nu al een meer circulaire verpakking wilt ontwerpen (design for recycling), dan is het advies om bij de materiaalkeuze de voorkeur te geven aan Polyetheen. Houdt echter altijd rekening met de milieu-impact over de totale levenscyclus. Als er met PE bijvoorbeeld teveel ingeleverd wordt op de houdbaarheid of bescherming van de inhoud, dan hoeft meer circulair niet per sé duurzamer te zijn.
Factoren die bepalen of een folie met succes gerecycled kan worden
Als je nu een verpakking hebt die helemaal (of grotendeels) uit PE bestaat betekent het helaas nog niet dat het vanzelfsprekend goed recyclebaar is.
De recyclingcheck flexibele verpakkingen van het KIDV maakt onderscheid tussen goed recyclebaar, redelijk recyclebaar, beperkt recyclebaar en niet wenselijk of niet recyclebaar. De beslisboom kijkt naar inzameling, stoorstoffen, belemmeringen tijdens sorteren en belemmeringen tijdens recyclen. Wat nog in de recyclingcheck mist, maar wat in de praktijk wel relevant is, is het type verontreiniging en de mate van verontreiniging.
In het kort komt het er op neer dat een verpakking als afval alleen goed recyclebaar is als het een zuivere PE verpakking is groter dan A4-formaat en vrij van allerlei onzuiverheden, zoals etiketten, niet-afwasbare lijm, toevoegingen (zoals barrières, coatings en vulstoffen) en metalen onderdelen. In principe vormt dus elke toevoeging een mogelijk extra belemmering voor recycling. In de praktijk is er vrijwel altijd sprake van een of meerdere toevoegingen. De meestvoorkomende toevoegingen zoals etiketten en stickers worden vaak pas later in de supply chain (bijvoorbeeld in het DC of in de winkel) aangebracht. Dat maakt een verpakking al snel minder goed recyclebaar, of het maakt het eindresultaat (het recyclaat) snel van minder hoogwaardige kwaliteit.
- Inzameling en stoorstoffen
Volgens de recyclingcheck behoren netjes (bijvoorbeeld voor sinaasappels en uien), verpakkingen van geneesmiddelen en verpakkingen die tot klein chemisch afval behoren tot het restafval en zullen ze dus niet als plastic worden gerecycled. Verder moet het materiaal allereerst vrij zijn van stoorstoffen zoals Oxo-degradeerbaar materiaal, PVC, elastomeren, siliconen en niet-kunststof materiaallagen om gerecycled te kunnen worden.
- Belemmeringen tijdens sorteren en recyclen
De stappen in het mechanische recyclingproces van flexibele verpakkingen bestaat meestal uit sorteren (automatisch of handmatig), vermalen/versnipperen, wassen, scheiden, drogen, smelten, verkorrelen (granuleren) en weer koelen en drogen.
De afmeting van het afval is met name een belangrijke factor tijdens het sorteerproces. Hoe kleiner het afval, hoe moeilijker het tijdens sorteren is te herkennen en te scheiden, vandaar dat het A4-formaat wordt genoemd.
Toevoegingen in de folie kunnen om meerdere redenen de recyclebaarheid verslechteren. Zo kan zwarte kleurstof in sommige sorteerinstallaties niet worden herkend, waardoor het al snel in de mixfractie terechtkomt. Het toevoegen van bijvoorbeeld Calcium Carbonaat (een veelgebruikte vulstof) heeft als bijkomend effect dat het soortelijk gewicht van het materiaal toeneemt. PE is gewoonlijk lichter dan water waardoor middels een veelgebruikt drijf-zink scheidingsproces nog eventuele zwaardere materialen (zoals PA en PVC) uit de hoofdstroom worden gehaald. Is het PE door significante toevoeging van Calcium Carbonaat (of ander additief) ook zwaarder dan water geworden, dan zal het materiaal dus alsnog uit de hoofdstroom verwijderd worden en in de restfractie belanden. Andere toevoegingen (zoals EVOH of vlamvertrager) kunnen bij een te hoog gehalte (> 5% wordt nu vaak als vuistregel gebruikt) een negatief effect hebben op de kwaliteit van het recyclaat, of het extrusieproces.
Sporen van (papieren) etiketten, stickers en lijmresten blijven vaak nog aanwezig tijdens het recyclingproces en hebben een negatief effect op de kwaliteit van het recyclaat, het recyclingproces en/of het extrusieproces. (Lees hier meer over extruderen).
Metalen onderdelen, zoals nietjes, kunnen ervoor zorgen dat de hele verpakking door metaaldetectie tijdens het sorteerproces al in de mixfractie belandt. Vinden metalen onderdelen toch hun weg naar de verdere processtappen, dan zullen zij ook daar voor problemen zorgen. Denk aan slijtage en blokkage van messen, schroeven en filters en stilstand van de lijn door metaaldetectie,
- Verontreiniging
Hoewel er middels koud of heet wassen veel van het plastic afval goed gereinigd kan worden zal in de praktijk toch lang niet al het afval worden geaccepteerd en vindt het, ongeacht het materiaal, toch nog vaak zijn weg naar de verbrandingsoven. Denk daarbij aan:
- lastig te wassen vette voedselresten zoals olie, mayonaise en boter.
- Voedselresten die het risico dragen van bacteriegroei, gisting en het aantrekken van ongedierte zijn ook ongewenst.
- folies zonder overmatige voedselresten, maar waaraan een sterke geur hangt (zoals visverpakking) zullen niet door veel verwerkers worden geaccepteerd.
- Ook als er nog veel niet-voedsel gerelateerde materiaalresten op of in de verpakking zitten, zoals cement, kalk, zand/aarde/takjes/twijgjes, zal dat snel kunnen leiden tot problemen tijdens en na het recyclen.
Naast de aard van de verontreiniging zorgt ook de mate van verontreiniging er al voor dat het afval zijn waarde verliest. Verwerkers betalen immers vaak voor het gewicht van het afval. Meer verontreiniging betekent dus minder opbrengst en meer issues om van de ontstane reststromen af te komen.
Waarom is mechanische recycling van belang?
De belangrijkste toegevoegde waarde is als volgt samen te vatten:
- Het draagt bij aan het voorkomen van zwerfafval
- Door het opnieuw inzetten van materialen hoeven we minder fossiele grondstoffen aan de aarde te onttrekken.
- Mechanische recycling heeft bovendien over het algemeen een lagere milieu-impact dan het produceren van nieuwe polymeren, of het alternatieve proces van chemische recycling.
- Na mechanische recycling kunnen de materialen uiteindelijk alsnog chemisch gerecycled worden of als brandstof gebruikt worden voor energie-terugwinning. Zo haal je echt het meeste uit het materiaal.
Er zijn wel belangrijke kanttekeningen:
Zo staat recycling niet per sé synoniem voor volledig circulair. Een flexibele (voedsel)verpakking kan na recycling immers niet meer worden ingezet in een vergelijkbare voedselverpakking. Dat heeft vooral te maken met voedselveiligheid, maar ook de mechanische eigenschappen van het gerecyclede materiaal hebben vaak hun beperkingen. Ook zullen verpakkingen die zijn ingekleurd, of bedrukt voor het grootste deel slechts nog worden gerecycled als “bonte” korrels. De toepassingsmogelijkheden daarvan zijn dus meer beperkt. Dit noemt men ook wel downcycling. Het is de uitdaging om downcycling zoveel mogelijk te beperken. Dat kan alleen wanneer afvalstromen zoveel mogelijk zuiver, schoon en gescheiden worden gehouden. Het optuigen van gesloten systemen (closed loops) kan hieraan bijdragen
De uitdagingen en mogelijkheden verschillen per kanaal en per regio. Wat voor huishoudelijk afval geldt, hoeft niet voor bedrijfsmatig afval te gelden en de inzamelstructuur en aanwezige recyclingtechnologie kan per land (of zelfs per regio/gemeente) verschillen. Verpakkingsafval dat vrijkomt bij bedrijven (vaak secundaire en/of niet voedselgerelateerde verpakkingen), zoals retail, logistieke dienstverleners en productiebedrijven is vaak in mindere mate verontreinigd en aangezien er meestal waarde in dat afval zit worden de stromen vaak bij de bron al redelijk tot goed gescheiden. Het recyclingpercentage is voor die stromen, die toch al snel een derde van het totale kunststof verpakkingsafval omvatten, significant beter dan de gemiddelde statistieken laten zien. Binnen die stromen zijn de uitdagingen vaak kleiner en de mogelijkheden groter. Bij verpakkingen die vaak als afval bij het huisvuil (of PMD) belanden is het dus complexer om te bepalen welke veranderingen effectief kunnen zijn. Naast het inschakelen van een verpakkingsdeskundige kan het dan ook helpen om huisvuil recyclingbedrijven zoals Attero, of GP Groot te consulteren, of zelfs contact op te nemen met de wetenschappers van Wageningen University & Research met hun uitgebreide kennis van materiaalstromen.
Er zijn continue technologische ontwikkelingen (zoals ontinkten, ontgeuren, fijnmazigere sortering, etc.) en afzetmarkten zijn constant in beweging. De mogelijkheden voor recycling zijn dus ook voortdurend in ontwikkeling. Zo kunnen bepaalde inzichten in dit rapport op korte termijn ook weer achterhaald zijn.
Design for recycling (het ontwerpen van verpakkingen die optimaal gerecycled kunnen worden) moet geen doel op zich zijn. Als je door het omzetten van laminaat naar zuiver PE teveel moet inleveren op houdbaarheid of bescherming van het product, dan zul je moeten onderzoek of de overstap onder aan de streep milieuwinst oplevert.
Design for recycling is niet hetzelfde als inzet van recyclaat. Als veel meer verpakkingen gerecycled kunnen worden, maar de afzetmarkt voor het recyclaat blijft achter, dan zal er de facto nog steeds beperkt gerecycled worden. Bij voedseltoepassingen is de inzet van recyclaat lastig, maar er toch zijn er nog talloze toepassingen waarin wel in veel hogere mate recyclaat verwerkt zou kunnen worden. Dat vergt enerzijds aandacht van verwerkers en verpakkende industrie, maar anderzijds is de juiste economische stimulans ook noodzakelijk. Zolang primaire grondstoffen op prijs sterk kunnen concurreren met secundaire grondstoffen, zal de inzet van secundaire grondstoffen achterblijven.
Laminaten vervangen voor recyclebare folie
Voor een groot aantal verpakkingstoepassingen zien wij dat het laminaat prima vervangen kan worden door een niet-gelamineerde PE-variant die uitstekend recyclebaar is. Een voorbeeld is de diepvriesverpakking voor bijvoorbeeld groente, fruit en patat. Onze speciale (FFS folie) PE-folie met extra stijfheid kan zorgen voor de gewenste stevigheid van de verpakking, zonder concessies te hoeven doen voor de bescherming en houdbaarheid van het product. Inmiddels kunnen we deze folie ook leveren in een variant die zonder problemen en aanpassingen verwerkt kan worden op heatseal systemen.
Benieuwd welke rol KIVO kan spelen in het verduurzamen van uw plastic verpakkingen?
Neem dan contact op met onze Product Specialist Mike Bakker via onderstaande contactgegevens.
Mail: mbakker@kivo.nl
Tel: 0610621323
U kunt ook hieronder het contactformulier invullen! U ontvangt dan zo snel mogelijk een reactie.